Aandacht op raadsvergadering voor belangenverstrengeling

Plaats reactie
jan bredewout
Berichten: 863
Lid geworden op: do jan 19, 2006 7:55
Locatie: wezep

Aandacht op raadsvergadering voor belangenverstrengeling

Bericht door jan bredewout »

door Jean Baptiste Kaiser, ABO
Aandacht op raadsvergadering voor belangenverstrengeling

Enkele aantekeningen omtrent mijn verzoek tot onderzoek naar belangenverstrengeling en onbehoorlijk bestuur van B&W van Oldebroek t.b.v. van de raadscommissie.

Ik zet kanttekeningen bij het initiatief van de wethouders om een hippisch centrum te realiseren, waarbij de gevolgde procedure in de omgekeerde volgorde plaatsvindt:

De correcte procedure zou zijn dat de rijverenigingen zelf een initiatief tot het oprichten van een hippisch centrum zouden indienen. De gemeenteraad zou dan akkoord kunnen gaan met een onderzoek naar een juiste locatie, een mogelijke problematiek rond het bestemmingsplan kunnen inschatten en stappen ondernemen om wijzigingen in het bestemmingsplan te realiseren. In dat stadium zouden omwonenden gehoord kunnen worden.

Ik vraag mij af, indien procedures inzake het bestemmingsplan afgerond zijn, of het vervolgens de taak van de gemeente is om grond aan te kopen. Maar indien deze vraag positief beantwoord wordt is het mijns inziens dan pas het moment om de grond aan te kopen. De gemeente heeft een onderzoeksplicht en dient zich er dan van te vergewissen dat de grond niet verpacht is. Tegelijkertijd, of zelfs eerder nog, dient onderzocht te worden wat de financiële consequenties voor de rijvereniging zou zijn.

In de huidige situatie wordt de omgekeerde weg gevolgd. Er is geen gezamenlijk initiatief van de rijverenigingen. Een eerste onderzoek heeft aangetoond dat de beoogde locatie aan de Brandsweg niet geschikt was. In plaats van hieraan conclusies te verbinden, schakelt B&W een tweede onderzoeksbureau in met de expliciete opdracht - ik citeer uit het onderzoeksrapport van 18 februari 2009: in het projectplan wordt ingezoomd op de locatie aan de Brandsweg. Daarvoor echter al, in december 2008, was de grond mondeling aangekocht, waarbij in een geheim convenant, aanzienlijke nabetalingen werden afgesproken, indien het project doorgaan zou vinden. Omdat de omwonenden niet geïnformeerd waren, werden zij voor een "fait accompli" gesteld, met als gevolg een, nog steeds lopende handhavingsprocedure, dit omdat het huidige en toekomstige bestemmingsplan manegeactiviteiten op de door de wethouders uitgezocht locatie ("Stal van de Berg") niet toestaan. Gevolg dat de wethouders genoodzaakt zijn om voor te stellen dat de huidige illegale situatie voor een langere termijn (tot 2015) te gedogen, hetgeen wederom zal lijden tot lange juridische procedures. Mijn inziens heeft een dergelijk voorstel om voor een periode van 5 jaar te gedogen geen juridische grondslag.

Inmiddels is mij ter ore gekomen dat het initiatief tot een hippisch centrum al in 2007 is ontsproten aan de wens (van de heer Van den Berg) om te komen tot een landelijk hippisch centrum en toen dit niet door de raad geaccordeerd werd heeft men van de nood een deugd gemaakt, door de term "landelijk door "lokaal" te vervangen.

Toen er problemen gerezen waren tussen de Noord-Veluwe ruiters cum suis en hun toenmalige huisvesting (Stal van Dijk), had wethouder Maat er goed aan gedaan bemiddelend op te treden. Hij heeft dit nagelaten, maar de Noord-Veluwe Ruiters de facto in de illegaliteit gestort. Onderzoek mijnerzijds heeft uitgewezen dat huisvesting elders in de gemeente (en bij voorkeur in ’t Loo) tot de mogelijkheden behoren. Een gedetailleerde uitwerking hiervan ligt echter nog op mijn weg.

De heer Klein, wethouder van ruimtelijke ordening, is goed bevriend met Henk van de Berg, zijn dochters rijden daar paard, en één van deze dochters verricht hand en spandiensten ten behoeve van door Henk van de Berg ontplooide activiteiten.

Dit alles heeft mij er toe gebracht de raad en de burgemeester te verzoeken een onafhankelijk onderzoek in te stellen, bijv. door de ombudsman, om na te gaan waarom de wethouders niet de in deze juiste procedurele gang van zaken hebben gevolgd en waarom wethouder Klein, gezien de persoonlijke banden tussen hem en de heer Van de Berg, niet meer distantie heeft getoond.

Verder is mij eveneens ter ore gekomen dat alle makelaars die in de gemeente betrokken waren bij de taxaties inzake de Onroerend Zaak belasting van hun taak ontheven zijn, omdat hun voorstel om lagere te taxeren in verband met de daling van grondprijzen niet in overeenstemming was met de wensen van de wethouder van financiën, die hogere belastingen in gedachten had. Wethouder Veldhoen heeft toen de assistentie ingeroepen van een familie relatie (een neef, dhr C. Schuld, die bij makelaar Van de Worp uit Zwolle de leiding heeft over grond- en bedrijfsgebouwen). Er heeft er een openbare aanbesteding plaatsgevonden en los daarvan lijkt het uiterst onwenselijk dat familierelaties gebruikt worden inzake openbaar bestuur? Ook dit aspect lijkt mij een verder onderzoek waard.

Deze twee, overigens willekeurige, voorbeelden lijken mij voldoende reden om na te gaan of deze zweem van belangenverstrengeling, c.q. onbehoorlijk bestuur al of niet correct is.

Openbaar bestuur behoort transparant te zijn en elke vorm van (een mogelijk indruk van) "vriendjespolitiek" dient vermeden te worden.

Natuurlijk kan ik mij voorstellen dat de raadsleden van de partijen die wethouders leveren, zich niet geroepen voelen om een dergelijk onderzoek te doen laten plaatsvinden. Indien zij dit echter weigeren wordt er naar het publiek toe de indruk gewekt dat "men iets te verbergen heeft" (waar rook is, is vuur). Mijns inziens zijn dus alle betrokkenen gebaat bij een onafhankelijk onderzoek, bij voorkeur uit te voeren door de plaatselijke ombudsman.

Jean Baptiste Kaiser
videoclips
Gebruikersavatar
Redactie
Redactie
Berichten: 10110
Lid geworden op: di mei 13, 2003 7:55
Locatie: Wezep
Contacteer:

Re: Aandacht op raadsvergadering voor belangenverstrengeling

Bericht door Redactie »

Ingelaste vergadering commissie Bestuur en Veiligheid

Op dinsdag 3 november, aanvang 19.00 uur, wordt in het gemeentehuis een ingelaste openbare vergadering gehouden van de raadscommissie Bestuur en Veiligheid.
Op de agenda staat het spreekrecht in de klachtzaak van de heer J.B. Kaiser. Deze zaak betreft het geen gevolg geven aan het verzoek van de heer Kaiser om onderzoek in te stellen naar belangenverstrengeling van de wethouders van de gemeente Oldebroek.
Het voorstel over de afhandeling van de klacht staat op de agenda van de raadsvergadering van dezelfde avond (agendapunt B 6-6).
Voor verdere informatie kunt u contact opnemen met de griffier van de gemeenteraad, de heer J. Tabak (tel. 0525 638 200).

Bron www.oldebroek.nl
Oldebroek.net - Door, voor en van inwoners uit de gemeente Oldebroek.
Gebruikersavatar
Redactie
Redactie
Berichten: 10110
Lid geworden op: di mei 13, 2003 7:55
Locatie: Wezep
Contacteer:

Re: Aandacht op raadsvergadering voor belangenverstrengeling

Bericht door Redactie »

'Geen bewijs van vriendjespolitiek'
door Pieter Steenbergen. dinsdag 03 november 2009 21:27

OLDEBROEK - De gemeenteraad van Oldebroek ziet geen aanleiding om onafhankelijk onderzoek in te stellen naar belangenverstrengeling door wethouders Jan Klein en Gerrit Jan Veldhoen. De raad neemt daarmee het advies over van een ad hoc commissie die een verzoek hiertoe van Algemeen Belang Oldebroek-oprichter Jan Kaiser onder de loep heeft genomen. Lees hier verder. bron www.destentor.nl
Oldebroek.net - Door, voor en van inwoners uit de gemeente Oldebroek.
Gebruikersavatar
Redactie
Redactie
Berichten: 10110
Lid geworden op: di mei 13, 2003 7:55
Locatie: Wezep
Contacteer:

Re: Aandacht op raadsvergadering voor belangenverstrengeling

Bericht door Redactie »

De raad heeft zich over mijn verzoek tot een onderzoek naar belangenverstrengeling gebogen en, zoals verwacht, dit unaniem verworpen. Hieronder mijn inbreng in de vergadering. Op de vraag naar nadere bewijzen heb ik het voorbeeld van een poes aangehaald met een muis in de bek, waarbij ik aangaf dat ik gerede vermoedens had dat de poes de muis gevangen had, maar dat niet kon bewijzen, want ik had het hem niet zien doen.

Kennelijk ligt mijn normbesef op een ander niveau dan in de gemeente gebruikelijk (waar mijn dit soort zaken heel natuurlijk vindt). Ik zal nu aan de ombudsman vragen of ik echt Don Quichotte ben en tegen windmolens vecht.

Groeten

Jan B. Kaiser


Inspreken in de commissievergadering d.d. 3 november 2009

Er is al (door mij) veel gezegd en geschreven over mijn verzoek tot nader onderzoek naar vermeende belangenverstrengeling door de wethouders Klein en Veldhoen. Ik zal daarom niet in herhalingen vallen. Ik wil slechts aanstippen dat de commissie van de raad die het voorstel heeft gedaan om niet tot nader onderzoek over te gaan feitelijk niet partijdig is: twee van de drie leden bestaan immers uit een partij (Christen Unie), waarvan haar eigen wethouder (Veldhoen) het onderwerp van het verzoek is.

Dit probleem betreft overigens de gehele raad, waarvan 11 van de 19 zittende raadsleden een partij vertegenwoordigen (PvdA en Christen Unie), waarvan het verzoek ligt om naar één van hun wethouders een nader onderzoek in te stellen.

Bestuursrechtelijk, en qua persoonlijke verhoudingen, zou de raad zich derhalve als mogelijk partijdig niet over dit verzoek kunnen buigen en derhalve automatisch het verzoek tot nader onderzoek door de ombudsman moeten inwilligen.

Indien de raad echter toch van mening is het onafhankelijk onderzoek niet te laten plaatsvinden wekt zij de schijn onderdeel van de vermeende belangenverstrengeling te zijn en daarmee impliciet indicerend dat het college inderdaad iets te verbergen heeft. Althans deze indruk zal bij de inwoners van Oldebroek mogelijkerwijs post vatten en zich wellicht uiten in de verkiezingsuitslag, komende maart.

Zoals eerder vermeld heb ik gerede aanwijzingen maar geen concrete bewijzen. Het ligt niet aan mij om deze bewijzen aan te dragen, maar aan een onafhankelijke instantie die de publiekrechtelijke bevoegdheid heeft om partijen te verhoren en hun antwoorden, zo nodig juridisch, te wegen. En wanneer de wethouders zelf van mening zijn zich niet schuldig te hebben gemaakt aan belangenverstrengeling en onbehoorlijk bestuur dan zouden zij een dergelijk onderzoek als eersten verwelkomen en zou ik, na het vrijpleiten door de ombudsman, de eerste zijn die een “mea maxima culpa” uitspreekt.

Het is aan de raad om daadkrachtig alle mogelijke beschuldigingen de kop in te drukken en derhalve akkoord te gaan met een onafhankelijk onderzoek. Bij weigering blijven de beschuldigingen rond zoemen en gaat de kwestie een eigen leven leiden, waarbij een vergelijking met het door mij eerder aangehaalde “Klein Italië” zich opdringt.

Jan B. Kaiser
Oldebroek.net - Door, voor en van inwoners uit de gemeente Oldebroek.
Plaats reactie