In de commissievergadering Bestuur en Veiligheid van maandag 13 januari staat het startdocument van de burgerbegroting op de agenda. Ook hieronder kunt u het startdocument lezen.
Klik hier voor bron
Voorstel van het college aan de raad
Raadsvergadering d.d. 30 januari 2014 Agendapunt
Onderwerp: startdocument burgerbegroting.
Portefeuillehouder: mr. A. Hoogendoorn Kenmerk 157871
Samenvatting
Te nemen besluitAanleiding / rol en positie van de raad
- In te stemmen met het proces en de planning om te komen tot een totaaloverzicht van potentiele taken die kunnen worden overgedragen, incl. de daaraan verbonden middelen.
- Mandaat geven om samen met de dorpen binnen de ruimte van de beheerplannen en de budgetten keuzes te maken.
De gemeenteraad heeft op grond van de Gemeentewet het budgetrecht. In dit startdocument wordt een proces voorgesteld om te komen tot beschikbaar stellen van budgetten aan de samenleving voor de uitvoering van taken. De samenleving krijgt mogelijkheden om op eigen wijze invulling te geven aan die budgetten. De gemeenteraad behoud de zeggenschap over de totale omvang van het budget, maar geeft de besteding op onderdelen daarvan uit handen.
Hoofdlijn van het voorstel
Oldebroek voor mekaar is beter doen waar Oldebroek al goed in is en dat vooral mogelijk maken. Het gaat om het bevorderen van een sterke en leefbare samenleving in een nieuwe rolverdeling. In het gesprek over de nieuwe rollen zal de vraag naar het eigenaarschap leidend zijn: is het een zaak van de gemeenschap (openbaar domein) of is het een zaak van de overheid (publiek domein). In 2014 zullen we met elkaar het gesprek over de nieuwe rollen afronden. Vanuit die nieuwe rolopvattingen zullen we vervolgens met elkaar in gesprek gaan over wie welke bijdrage kan leveren aan de leefbaarheid van Oldebroek. Om hierin te faciliteren moeten burgers de ruimte krijgen om budgetten te kunnen inzetten voor zaken in de openbare ruimte (sociaal en fysiek).
In onze Algemene beschouwing in de programmabegroting staat dat wij een voorstel maken om budgetten beïnvloedbaar te maken voor de samenleving. Ons doel is om naast de voorbereidende beleidsvorming via pilots in 2014 en 2015 definitief koers te bepalen voor 2016. Welke werkzaamheden worden uitgevoerd is vooral een zaak van het dorp zelf. Het dorp mag dan beslissen over de bestedingsrichting van budget, de uitvoeringswijze, het kwaliteitsniveau en de besteding van eventuele besparingen.
Wij hebben u toegezegd u over deze ontwikkeling in januari 2014 nader te informeren.
Toelichting
Inleiding
Vanuit het perspectief "Oldebroek voor mekaar" (OvM) en daarmee het vergroten van de activiteit en verantwoordelijkheid van de samenleving is de vraag gesteld: "In hoeverre is het mogelijk om de rol van burgers bij het besteden van gemeentelijke budgetten te vergroten?". Gedacht wordt aan een vorm van Burgerbegroting.
Historie
In onze Algemene beschouwing in de programmabegroting staat dat wij een voorstel maken om budgetten beïnvloedbaar te maken voor de samenleving. Ons doel is om naast de voorbereidende beleidsvorming via pilots in 2014 en 2015 definitief koers te bepalen voor 2016.
Kader
Een richtinggevende publicatie van het Rijk over burgerbegrotingen is in 2011 verschenen onder de titel: “Nederland op weg naar de Burgerbegroting”. Deze notitie is geschreven door Joop Hofman en behandelt verschillende voorbeelden van burgerinitiatieven en verdeling van publieke middelen, wereldwijd. Verder komen aan de orde het proces en de rolneming daarin van de samenleving,maar ook van de overheid. Een citaat uit deze publicatie verwoordt goed de essentie van de Burgerbegroting: “Een burgerbegroting is een besluitvormend proces waarin burgers meedenken en onderhandelen over het verdelen van publieke geldbronnen; bijvoorbeeld van de gemeente of maatschappelijke partijen. Daardoor komen burgers dichter bij de besluitvorming van de gemeentebegroting; en bij de gemeente.”
Het motto “Oldebroek voor mekaar” geeft een perspectief bij aan waarin rollen veranderen maar de gemeentelijke betrokkenheid blijft. Sowieso is er sprake van een warme overdracht, we laten belangrijke zaken niet zomaar uit onze handen vallen. We gaan met de samenleving het gesprek aan over hoe datgene wat volgens de samenleving waardevol is en betekenis heeft, goed kan worden behouden. Het met elkaar nadenken over een Burgerbegroting past volledig in dit perspectief.
Beleid en begroting
De meerjarenbegroting 2014-2017 is opgesteld in het licht van de veranderende rollen, van die warme overdracht en van het perspectief van OvM. Dat in het besef dat we aan het begin van een traject staan, dat we daar met elkaar verder vorm aan zullen geven en dat daarmee de veranderende rollen nog niet volledig in deze begroting konden worden vormgegeven, zeker niet als de samenleving daar breed bij betrokken gaat worden. Zij moet immers in staat zijn keuzes te maken ten aanzien van de besteding van budgetten.
In dezelfde begroting heeft het college uitgesproken: “We willen het komende jaar blijvend inzetten op de ontwikkeling van dorpsgericht werken. In november 2012 zijn we de gesprekken over “Oldebroek voor mekaar” gestart met de klankbordgroepen, dorpsoverleggen en enkele individuele burgers uit kernen waar nog geen dorpsgroep was. Daarna hebben we ons gericht op het realiseren van dorpsgroepen waar die nog niet waren en het intensiveren van de contacten met de bestaande klankbordgroepen en dorpsoverleggen. Onze inzet is om op termijn te komen tot het opstellen van dorpsplannen door bewoners zelf. Daarbij geldt dat het realiseren van een grotere rol van de samenleving vooralsnog het meest tot uitdrukking komt bij de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Meer verantwoordelijkheid van de samenleving voor de directe omgeving moet vervolgens ook gepaard gaan met meer zeggenschap en (financiële) mogelijkheden om die omgeving naar eigen inzicht vorm te geven. We willen daarom werk maken van dorps- en wijkgericht werken inclusief de financiële vertaling daarvan. We zullen een voorstel maken om budgetten beïnvloedbaar te maken door de samenleving; een soort van 'burgerbegroting' binnen de gemeentelijke programmabegroting. In de dorpsoverleggen gaan we dit verkennend bespreken.
Ons doel is om naast de voorbereidende beleidsvorming via pilots in 2014 en 2015 definitief koers te bepalen voor 2016”.
Vooralsnog gaat onze aandacht vooral uit naar besteding van de beheerbudgetten, die gerelateerd zijn aan de directe, fysieke leefomgeving. Op termijn zullen naast de bestaande taken ook de nieuwe taken in het sociale domein (Jeugdzorg, AWBZ-zorg, Participatiewet) die vanuit het Rijk en provincie worden overgedragen aan de gemeente vragen om een grotere rol van de samenleving. We zullen in onze benadering ook voor die taken waar mogelijk keuzes maken vanuit het perspectief van “Oldebroek voor mekaar”.
Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen?
Omdat we ons in eerste instantie voornamelijk richten op de fysieke leefomgeving, gelden ook de kaders zoals opgenomen in dezelfde begroting in het programma Leefomgeving. Samenvattend is daarin opgenomen wat de doelstellingen zijn en welke maatregelen daarvoor worden genomen.
Waarbij we in dit stuk vooral ingaan op de relevante kaders voor het opstellen van een Burgerbegroting. De doelstellingen staan beschreven onder ‘Wat willen we bereiken?’ Enkele relevante passages daaruit:Hier wordt heel concreet gesproken over een grote rol van burgers op de beleidsterreinen groen en speelvoorzieningen. Verder wordt ingegaan op gewenst kwaliteitsniveau (voor wie is de vraag?), en het aanspreken van elkaar. Bij het verder uitwerken van de Burgerbegroting is overigens niet meer het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau bindend. Door zelfregie kan het dorp of de wijk zelf variatie daarin aanbrengen! Alles wat duidt op vaststellen en regels in de begroting kan de vrijheid van handelen bij zelfregie beperken.
- 1. Een doeltreffende en duurzame inrichting van de openbare ruimte waarin de gebruiker prettig en veilig kan verblijven met inachtneming van de door de gemeenteraad vastgestelde kwaliteitsniveaus.
(….)
6. Buurtbewoners spreken elkaar aan op eventuele overlast van honden.
7. Een groenstructuur, waarbij duidelijk is voor welk deel de gemeenten en voor welk deel bewoners verantwoordelijk zijn voor het onderhoud.
8. Burgers richten het groen in hun directe omgeving naar eigen smaak in en onderhouden dat op het door hen gewenste niveau.
9. Burgers beheren en onderhouden op een duurzame manier de speelvoorzieningen in de gemeente.
Onder ‘Wat doen we daarvoor?’ staan de te nemen maatregelen: (….)Feitelijk wordt onder punt 7 een aantal belangrijke stappen voor het proces aangeduid, nl.:
- 4. Verdergaande samenwerking met de samenleving door burgerparticipatie, met overdracht van verantwoordelijkheden en bevoegdheden wordt op de terreinen groenvoorziening en speelvoorzieningen concreet uitgewerkt. Alle speelvoorzieningen moeten worden overgedragen in 2014. Als leidraad voor overdracht van groenstroken en mogelijkheden voor overdracht van onderhoud ervan geldt het plan dat in 2013 is vastgesteld. (…)
6. Voorzieningen ten behoeve van het hondenbeleid worden in 2014 volledig afgebouwd. (…)
7. In 2014 wordt de voorzet voor het opstellen van een burgerbegroting uit 2013 verder uitgewerkt.
Er wordt inzicht gegeven in te nemen maatregelen en benodigde middelen daarvoor per kern. Nagegaan wordt welke middelen per kern vrij besteedbaar kunnen zijn voor de samenleving en de voorwaarden waaronder dat kan plaatsvinden. (…)
9. Het uitdragen van de mogelijkheid voor burgers om het groen in hun omgeving te onderhouden,positief besluiten op verzoeken daartoe en duidelijke afspraken maken over de voorwaarden waaronder overdracht mogelijk is.
10. Het ondersteunen van burgers bij het kiezen van de juiste organisatievorm voor het beheer van speelvoorzieningen en het adviseren over andere uitvoeringsaspecten.Criteria
- Inzicht in te nemen maatregelen en te besteden middelen in de fysieke leefomgeving, uitgesplitst per kern.
- Vrije besteedbaarheid van budgetten bepalen.
- Voorwaarden voor de besteding bepalen.
In de eerder genoemde rijkspublicatie over de Burgerbegroting worden aanbevelingen gedaan die noodzakelijk zijn om het openbare, externe, proces op een goede wijze vorm te geven. Er worden vijf criteria benoemd:Om duidelijk te maken waar het proces van zelfregie in de leefomgeving toe moet leiden zijn enkele richtingen gedefinieerd, die als leidraad kunnen dienen bij de uitvoering van het proces. Het betreft hier geen absolute regels maar eerder stimulerende uitspraken om de rol van de samenleving te versterken.
- De toewijzing en omvang van de budgetten wordt bediscussieerd door de inwoners. Het gaat immers over het omgaan met gelimiteerde bronnen.
- Het bevoegd bestuur verbindt zich aan de burgerbegroting. Met name om ervoor te zorgen dat de overheid zich in haar beleidscycli en beslistrajecten voegt naar het proces.
- Het is een proces van meerdere bijeenkomsten om te komen tot budgetbeïnvloeding.
- Tijdens de stappen in het proces is sprake van openbare, publieke onderhandeling.
- Er vindt openbare maatschappelijke verantwoording plaats van de resultaten.
Proces
- Naast meebeslissen over de besteding van de budgetten op een specifiek product of dienst kan worden toegewerkt naar het herverdelen en verschuiven van middelen van het ene naar het andere product. Verder kan het dorp/wijk ook zelf de gewenste kwaliteitsniveaus bepalen.
- Hoewel er in eerste instantie gewerkt kan worden met “beperkte” pilots, is het de bedoeling de werkwijze van meebeslissen en herverdelen, breed en voor een substantieel deel van de taken in te voeren. Daarbij is niet de beperking (aansprakelijkheid e.d.) het uitgangspunt maar vooral het benutten van de kansen.
- Budgetten die vrijkomen door het toepassen van zelfregie kunnen worden ingezet in de leefomgeving, naar de wens van de samenleving.
- Binnen de dorpen/wijken zal een representatieve afvaardiging van de samenleving het voortouw nemen bij het nemen van beslissingen over het besteden van budgetten en het uitvoeren ervan. Bij voorkeur vindt afstemming plaats met de gemeente via accountmanagers (nu nog de dca’s).
- Het is goed om te zoeken naar meerdere en andere financieringsbronnen/budgetten. Gemeente kan faciliteren bij het zoeken naar subsidiënten en het overleg met partners in de leefomgeving (bijv. de woningcorporaties).
In eerste instantie richten we ons op de fysieke leefomgeving. Maar taken en budgetten in het sociale domein worden niet uitgesloten.
We onderscheiden twee stadia:
INTERN:EXTERN:
- 1. Benoemen van geografische gebieden in de gemeente en inzicht geven in te besteden middelen in de fysieke leefomgeving (per object/product) in die gebieden.
2. Vaststellen uitgangspunten en financiële kaders. Per taak zal bepaald moeten worden welke bestedingsruimte er maximaal is, welke categorieën werkzaamheden in aanmerking komen voor het meedenken en meebeslissen bij de besteding van de middelen, inclusief juridische inbedding.Beide trajecten leiden tot een totaaloverzicht van potentiële taken die kunnen worden overgedragen, incl. de daaraan verbonden middelen enerzijds en van de bereidheid per dorp om een rol te gaan spelen bij het meebeslissen over de besteding van budgetten en het eventueel uitvoeren van de bijbehorende taken.
- 3. Dorpsgroepen benaderen. Daarbij wordt enerzijds per dorp de behoefte geïnventariseerd voor het meebeslissen bij bestedingen in de openbare ruimte, en anderzijds in welke vorm en voor welke taken men dat wenst.
Om het proces overzichtelijk en de risico’s vooralsnog beheersbaar te houden, wordt voorgesteld om te werken met pilots, zoals aangegeven in de Programmabegroting 2014-2017. Op basis van inventarisatie kunnen enkele keuzes worden gemaakt:Wij nodigen Dorpsbelang Oosterwolde en Klankbordgroep ’t Loo uit om deel te nemen aan de pilot.
- Welke dorpen (of wijken) willen meewerken in het proces van meebeslissen over besteding van gebiedsgerichte beheerbudgetten? (vooralsnog 2 dorpen);
- Per dorp aangeven welke budgetten kunnen worden overgedragen aan de nieuwe regisseurs?
(maximaal 2 beleidsterreinen);- Benoemen van de gemeentelijke rol, bij voorkeur een terughoudende (kaderstellend, meebeslissend, of anders indien gewenst). Mede op basis van de wensen van de pilot-dorpen.
De gemeenteraad heeft een primaire rol ten aanzien van het budgetrecht. Deze verantwoordelijkheid draagt de gemeenteraad niet over aan de samenleving, maar wel krijgt de samenleving een (mee)beslissende stem in de besteding en eventuele herverdeling van de budgetten. Dit bepaalt de houding van de raad ten opzichte van de samenleving in deze specifieke casussen.
Voor een goede voortgang van de pilot(s) is het gewenst dat u aan ons college mandaat geeft om samen met de dorpen binnen de ruimte van de beheerplannen en de budgetten keuzes te maken.
Uiteraard wordt u over de uitkomsten van de pilots geïnformeerd.
De planning is als volgt:
Fase 1 en 2:Fase 3 en 4:
- - Inventarisatie en kaderstelling intern: oktober 2013-februari 2014;
- Inventarisatie extern/gesprekken met de dorpsgroepen: september-december 2013;
- Voorbereiden keuzes en besluitvorming: februari-april 2014.Uitvoeren pilots.
- - Start pilots: mei 2014;
- Doorlooptijd pilots: 1 jaar;
- 1e Evaluatie pilots: september-december 2014;
- Uitwerken vervolgvoorstellen en na reactie van de dorpsgroepen voorleggen ter besluitvorming aan de gemeenteraad: januari-april 2015;
- Vanaf mei 2015 starten met implementatie (incl. het instellen van meedenk- en beslisteams per dorp en opstellen van dorpsuitvoeringsplannen voor 2015 e.v.), en verwerken in de begroting.
Dorpen kunnen zelfstandig een procesvoorstel maken voor het besteden van de middelen. Voor de planning en omvang van de te besteden middelen kan gebruik worden gemaakt van de gemeentelijke beheersystemen.
De dorpen kunnen in het verloop van de pilot:Met name in deze fase van het project zal invulling moeten worden gegeven aan de criteria 3 t/m 5 zoals ze zijn genoemd in de rijkspublicatie over de Burgerbegroting. Er zal gebruik gemaakt worden van meerdere openbare onderhandelingen, waarvan ook in openbaarheid verantwoording moet worden afgelegd. Het procesvoorstel van de dorpen dient daar rekening mee te houden.
- · Inzicht geven in de gewenste maatregelen
- Inzicht krijgen en geven in de te besteden en bestede middelen
- Zelf zorgdragen voor het uitvoeren van deze taken en de communicatie daarover met de samenleving.
- · Aanbevelingen doen:
o Voor het vervolgtraject om de burgerbegroting vorm te geven in de gemeentelijke begroting,
o over de mogelijkheden tot uitbreiding van de bevoegdheden en het aantal te beheren taken,
o over de gewenste gemeentelijke rol daarin, en
o over de meest geschikte regierol van de samenleving bij het beheersen van de budgetten en de uitvoering ervan.
Evaluatie
De uitkomsten van de pilots kunnen na afloop van de pilot-periode worden geëvalueerd. Samen met de dorpsgroepen (die aanbevelingen hebben gedaan) kunnen keuzes voor een vervolg van het proces worden gedaan. De mate waarin en wijze waarop is sterk afhankelijk van het verloop van de pilots, daarom kunnen daar nu nog geen uitspraken over worden gedaan.
Oldebroek, 3 december 2013.
Burgemeester en wethouders van Oldebroek,
secretaris drs. B. Brand MCM,
burgemeester mr. A. Hoogendoorn.